Structureel saldo
In de onderstaande tabel is te zien hoe het structurele saldo van deze begroting is opgebouwd.
Structureel begrotingssaldo | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | ||||
Saldo baten en lasten | -17.985 | 19.015 | 32.231 | -7.997 |
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves | -19.713 | -13.201 | -6.871 | -5.179 |
Saldo na bestemming | -37.698 | 5.814 | 25.361 | -13.176 |
Waarvan incidenteel | -65.362 | -36.611 | -22.029 | -14.007 |
Structureel begrotingssaldo | 27.664 | 42.425 | 47.390 | 831 |
Het saldo van de incidentele baten en lasten is als volgt opgebouwd.
Saldo incidentele baten en lasten | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | ||||
Ontwikkelingen hoofdstuk 2 | -30.680 | -30.828 | -17.137 | -13.107 |
Reserve mutaties | -24.134 | -4.701 | -2.871 | -4.679 |
Saldo overige incidentele baten en lasten | -10.548 | -1.082 | -2.021 | 3.779 |
Totaal | -65.362 | -36.611 | -22.029 | -14.007 |
In de tabellen in hoofdstuk 2 Ontwikkelingen in het financieel kader is in de tabellen met de afzonderlijke ontwikkelingen met een "S" aangegeven wanneer dit een structurele ontwikkeling betreft en met een "I" wanneer dit een incidentele ontwikkeling betreft. Alle ontwikkelingen tellen op tot de eerste regel in de bovenstaande tabel. In hoofdstuk 2 zijn deze incidentele ontwikkelingen toegelicht.
Reservemutaties hebben volgens de definitie in het BBV een incidentele aard. Deze tellen daarom mee in het incidentele saldo. Een aantal ontwikkelingen uit hoofdstuk 2 leidt tot een mutatie in de reserves. Deze zijn daarom uitgezonderd in de regel reservemutaties in de bovenstaande tabel. De reservemutaties die dit betreft zijn in de onderstaande tabel opgenomen. Bij de verloopstaat reserves en voorzieningen is een overzicht van de doelen van alle bestemmingsreserves opgenomen, posten worden toegelicht.
Het saldo van de overige incidentele baten en lasten is opgebouwd uit verschillende aflopende posten in deze begroting. Hieronder worden alle de posten groter dan € 250.000 toegelicht.
Overige incidentele baten groter dan € 250.000
- Een specifieke uitkering voor de Arnhemse aanpak van energiearmoede van € 0,9 miljoen in 2023 zoals opgenomen in Verzamelbesluit 2-2022.
- Verkopen en bijdragen voor bouwgronden in de exploitatie zoals opgenomen in het programma Ruimtelijke ontwikkeling van € 36,5 miljoen in 2023, € 24,0 miljoen in 2024, € 28,8 miljoen in 2025 en € 16,3 miljoen in 2026.
- Niet-grondexploitatieprojecten waarvan € 1,2 miljoen in 2023 en 5,2 miljoen in 2024 in het kader van onderwijshuisvesting, € 0,6 miljoen in 2023 en 0,7 miljoen in 2024 voor niet-grondexploitatieprojecten in Malburgen, € 0,6 miljoen in 2023 en € 0,2 miljoen in 2024 in het kader van het nieuwe kade kwartier, en € 0,2 miljoen voor overige projecten. Deze inkomsten zijn opgenomen in het programma Ruimtelijke ontwikkeling
Overige incidentele lasten groter dan € 250.000
- In 2023 1,4 miljoen incidentele lasten voor het beheer van wegen, waarvan € 0,5 miljoen voor de ontwikkeling van het Gele Rijdersplein en € 0,7 miljoen in het kader van Buitengewoon Beter.
- € 0,4 miljoen in 2023 voor ondernemersdienstverlening.
- € 0,6 miljoen voor incidenteel groot onderhoud groen in 2023.
- € 0,3 miljoen voor incidenteel groot onderhoud aan speeltoestellen in 2023.
- € 0,3 miljoen sloopkosten Kermisland in 2023 zoals opgenomen in de Begroting 2021.
- € 1,4 miljoen voor incidenteel groot onderhoud voor waterbodembeheer. in 2023
- € 0,7 miljoen in 2023 voor de doorontwikkeling van Werk & Inkomen.
- € 0,4 miljoen in 2023 voor incidenteel onderhoud aan de riolering.
- € 1,2 miljoen in 2023 voor de Arnhemse aanpak van de energiearmoede waarvan € 0,9 miljoen zoals opgenomen in Verzamelbesluit 2-2022.
- € 0,5 miljoen in 2023 voor de kosten van personeel/organisatie en inzet communicatie voor de Arnhem Oost aanpak zoals opgenomen in de Perspectiefnota 2022.
- Kosten voor bouwgronden in de exploitatie zoals opgenomen in het programma Ruimtelijke ontwikkeling van € 35,0 miljoen in 2023, € 22,0 miljoen in 2024, € 27,2 miljoen in 2025 en € 10,3 miljoen in 2026.
- Niet-grondexploitatieprojecten waarvan € 0,3 miljoen in 2024 in het kader van onderwijshuisvesting, € 1,7 miljoen in 2023 en 5,4 miljoen in 2024 voor niet-grondexploitatieprojecten in Malburgen, € 0,9 miljoen in 2023 en 2024, € 0,6 in 2025 en € 0,5 in 2026 in het kader van het nieuwe kade kwartier, en € 0,2 miljoen voor overige projecten. Deze inkomsten zijn opgenomen in het programma Ruimtelijke ontwikkeling.