Gemeenschappelijke regeling
- Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S01 Veiligheid; S07 Zorg; S09 Gezondheid en sport
Doel verbonden partij
In deze regeling participeren (inclusief Arnhem) 15 gemeenten. Het betreft hier een wettelijk aangewezen organisatie met taken op het terrein van de brandweer (hulpverlening), volksgezondheid en rampenbestrijding. Veiligheid en gezondheid zijn in de regio de kerntaken.
Deelnemers in samenwerking
15 gemeenten (inclusief Arnhem) participeren in de gemeenschappelijke regeling.
Bestuurlijk belang
Burgemeester Ahmed Marcouch en wethouder Maurits van de Geijn maken deel uit van het (dagelijks) bestuur.
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt bij aan de exploitatie van de gemeenschappelijke regeling. Over de wijze waarop de bijdrage over de deelnemende gemeenten is verdeeld zijn per onderdeel specifieke afspraken gemaakt en vastgelegd.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
9.615.000
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
63.228.000
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
18.333.731
Ontwikkelingen
Volksgezondheid
Corona
In 2022 en mogelijk ook in 2023 zullen de activiteiten van VGGM voor een belangrijk deel nog in het teken staan van de bestrijding van Covid-19. Aard en omvang van de extra activiteiten zijn door het lastig voorspelbare verloop van de coronapandemie deels onzeker. Aanpassingen in de reguliere dienstverlening zijn soms noodzakelijk. De kosten direct samenhangend met de bestrijding van Covid-19 worden ook in 2022 door het ministerie van VWS vergoed. VWS zal echter niet meer de gederfde inkomsten binnen andere onderdelen van de GGD, zoals misgelopen klanten voor een reizigersvaccinatie, vergoeden. Hiermee loopt de GGD komend jaar een risico op een achterblijvende opbrengst.
De aanpak van de coronapandemie zal, zo voorziet het bestuur, meerjarige effecten hebben op de dienstverlening van VGGM. Uitdagingen voor de komende jaren zijn gelegen onder andere in de preventie en gezondheidsbevordering van kwetsbare groepen, advisering van hygiënemaatregelen, het versterken van de infectieziektenbestrijding, het terug op niveau brengen van reguliere diensten voor derden zoals reizigersvaccinaties en het binden van medewerkers en vrijwilligers aan de organisatie.Opvang ontheemden uit Oekraïne
Vanwege het conflict tussen Rusland en Oekraïne zijn Oekraïense burgers het land ontvlucht en deels naar Nederland gereisd om in veiligheid te zijn. Voor veiligheidsregio’s en GGD-en is een belangrijke taak weggelegd bij de coördinatie en regie ten behoeve van de opvang, eerste medische verzorging en (reguliere) taken voortkomend uit de Wet Publieke Gezondheid. De aard, omvang en bekostiging van deze taken in 2022 en 2023 zijn op dit moment niet helemaal duidelijk.Publieke gezondheid
Met aanpassingen in de werkwijze (contacten niet altijd face-to-face maar ook telefonisch of via beeldbellen) blijft de reguliere zorg zoveel mogelijk gehandhaafd. Speciale aandacht is daarbij gericht op het voorkomen van situaties waarin kinderen ernstig ziek kunnen worden of in een onveilige situatie terecht kunnen komen. Het Rijksvaccinatieprogramma wordt conform opzet uitgevoerd.
De functieherwaardering van verpleegkundigen en artsen werkzaam bij VGGM in 2021 betekent een forse kostenverhoging van de jeugdgezondheidszorg en de algemene gezondheidszorg, oplopend naar € 999.000 in 2025. De extra kosten zijn verwerkt in een verhoging van de gemeentelijke bijdragen met ingang van 2023. In 2022 vangt VGGM de extra kosten op via het voorstel resultaatbestemming 2021
Als uitvloeisel van de in 2022 aangenomen raadsmotie 21M52g ‘Investeren in preventie en publieke gezondheid loont’ is in de gemeentelijke Begroting 2022 met deze financiële consequentie al rekening gehouden. In overleg met VGGM wordt bekeken hoe, ter uitvoering van de motie, aan de thema's preventie en gezondheidsbevordering nader invulling kan worden gegeven.
Ook de volgende kosten leiden tot een verhoging van de gemeentelijke inwonerbijdrage vanaf 2023:- De extra kosten voor het aanbieden van een prenataal huisbezoek aan zwangere vrouwen en/of hun gezinnen in een kwetsbare situatie;
- De extra kosten voor de uitvoering van de vaccinaties tegen meningokokken en HPV;
- De kosten voor het beleggen van de regie op Zorg en Veiligheid.
Publieke Gezondheid Asielzoekers (PGA)
Het COA heeft het voornemen de uitvoering van de gezondheidsbevordering PGA vanaf 2023 aan te besteden. Op 31 dec. 2022 eindigt het contract tussen GGD GHOR Nederland en het COA over uitvoering van PGA, met uitzondering van het contract JGZ/PGA. Naar verwachting zal het COA begin 2022 een openbare aanbesteding uitschrijven.Brandweer / Crisisbeheersing
Crisisbeheersing
Op 4 december 2020 verscheen het eindrapport Evaluatie Wet veiligheidsregio’s en op 3 februari 2021 heeft het Kabinet hierop een standpunt ingenomen. Het is nog onduidelijk welke beleidsmatige en financiële consequenties voortkomen uit deze evaluatie. De verwachting is dat hier in het voorjaar van 2022 meer duidelijkheid over komt. De VGGM probeert zoveel mogelijk te anticiperen op deze veranderingen.Brandweerzorg
Op basis van de huidige wet- en regelgeving is het onderscheid tussen een brandweervrijwilliger en een brandweermedewerker nauwelijks te maken. De invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA) vormt een risico voor de betaalbaarheid van het huidige brandweermodel. Een landelijke denktank heeft een oplossing bedacht in de vorm van taakdifferentiatie. De financiële consequenties van deze taakdifferentiatie worden nog nader geanalyseerd. In najaar 2022 zal nadere uitwerking worden gegeven aan de noodzakelijke maatregelen, maar deze zullen naar verwachting voor onze regio beperkt zijn.
Op het vlak van brandweerzorg wordt eveneens gesignaleerd dat de tijd dat een vrijwilliger verbonden is aan de organisatie korter wordt. De uitstroom is opgelopen van circa 5% in 2012 naar circa 9% nu. Dit brengt paraatheidsrisico’s met zich mee en ook tekorten op het opleidingsbudget. Daarnaast is het zogenaamde 20- jarigenbeleid een belangrijke ontwikkeling: brandweermensen mogen niet langer dan 20 jaar hun bezwarende functie uitoefenen. De werkgever begeleidt hen naar een passende functie na deze 20 jaar. Dit geldt voor mensen die vanaf 2006 in dienst getreden zijn.
Het Algemeen Bestuur heeft de wens uitgesproken de huisvestingskosten van de brandweerkazernes te regionaliseren. Het betreft hier een complex vraagstuk wat de nodige tijd en aandacht zal vragen. Komende periode wordt nader onderzocht wanneer en op welke wijze gekomen kan worden tot een beleidsmatig en financieel huisvestingskader, inclusief mogelijke overgangsmodellen. Ook moet helder worden wat dit nieuwe huisvestingskader voor ons eigen huisvestingskader gaat betekenen.
Tot slot zal In 2022 het regionaal dekkingsplan worden vernieuwd. Het is normaal dat het dekkingsplan periodiek wordt geactualiseerd maar dit keer zal sprake zijn van een forse aanpassing. Aanleiding hiervoor is de landelijke ontwikkeling van gebiedsgerichte opkomsttijden. De gemeenteraden zullen medio 2022 in de gelegenheid worden gesteld inhoudelijk in gesprek te gaan over de uitgangspunten die de basis vormen van het nieuwe dekkingsplan.Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering van VGGM is op dit moment krap georganiseerd en brengt de nodige risico’s met zich mee. De VGGM komt om de volgende redenen met een verbeterplan:
- De VGGM ziet een aantal autonome ontwikkelingen die direct effect hebben op de bedrijfsvoering van VGGM. Daarbij gaat het primair om een toename van het takenpakket van het Rijk en om wijzigingen van wet- en regelgeving. Denk hierbij aan taken als gevolg van de bestrijding van COVID-19 en toegenomen ICT-risico’s. In de toekomst wordt een extra verzwaring voorzien op het gebied van de crisisbeheersing en het classificeren van veiligheidsregio’s tot de vitale sector.
- Enkele jaren geleden is door de directie geconstateerd dat vanuit de sector bedrijfsvoering onvoldoende ondersteuning wordt geboden aan het primaire proces. Bedrijfsvoering is te krap georganiseerd. Ook na taakuitbreidingen binnen de VGGM is de sector bedrijfsvoering niet of nauwelijks uitgebreid. Dit heeft geleid tot het uithollen van de organisatie.
- Berenschot heeft een benchmark uitgevoerd en de overhead van VGGM vergeleken met andere veiligheidsregio’s en andere publieke organisaties. Hun conclusie is ook dat VGGM krap is georganiseerd:
a. De personele overhead van VGGM bedraagt 14,4% waar dat bij andere veiligheidsregio’s 18,8% is. Bij publieke uitvoeringsorganisaties is de personele overhead 23,9% en bij gemeenten 32,9%. Berenschot geeft ook aan dat uit meer recent onderzoek blijkt dat het overhead percentage voor veiligheidsregio’s toeneemt als gevolg van diverse ontwikkelingen op het gebied van ICT, personeel en verduurzaming van de bedrijfsvoering.
b. Door de krappe invulling van de overhead is onvoldoende veranderkracht om maatschappelijke technische, innovatieve of wettelijke ontwikkelingen te adapteren.De VGGM heeft de risico’s die zij voor de korte termijn voorziet geïdentificeerd. Om deze risico's te beheersen heeft de directie een aantal (versterkings)maatregelen voor ogen om direct te treffen. Het voorstel is om in 2022 maatregelen te treffen om de urgente risico's te beperken. De aanloopkosten worden gedekt uit bestaande bestemmingsreserves.
Vanaf 2023 wordt de gemeentelijke bijdrage in dit verband met € 2,14 per inwoner verhoogd (ofwel een verhoging van de gemeentelijke bijdrage met 2,5%).
VGGM is zich bewust dat deze verhoging van de gemeentelijke bijdrage gebaseerd is op een beste inschatting van dit moment. Daarom stelt zij voor dit jaar een nader onderzoek (inclusief externe toetsing) te doen, zodat deze inschatting aan het eind van dit jaar mogelijk bijgesteld kan worden. Onderdeel van dit diepgaander onderzoek naar een toekomstbestendige organisatie vormen ook de ambities van bestuur en organisatie ten aanzien van de taken die bij VGGM zijn ondergebracht. Hiervoor vraagt de directie € 400.000 te bestemmen uit het resultaat over 2021.Risico profiel
Risico's
Middel
Beheersstrategie
De veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden is een wettelijk aangewezen regeling waarin wordt samengewerkt met vijftien verschillende gemeenten. De taken zijn onder verdeeld in een vijftal programma's (crisisbeheersing, brandweerzorg, GGD, ambulancezorg en bedrijfsvoering). VGGM wijst in haar begroting 2023 op de volgende risico's:
- Meerjarig effect van het COVID19 virus; preventie ten aanzien van kwetsbare groepen, advisering van hygiënemaatregelen, versterking infectieziektebestrijding, terug op niveau van reguliere diensten voor derden zoals reizigersvaccinaties en binden van medewerkers en vrijwilligers aan de organisatie;
- Naar aanleiding van de implementatie van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA) is een complexiteit met betrekking tot de positie van de vrijwilligers ontstaan. Op basis van de huidige wet- en regelgeving is het onderscheid tussen een brandweervrijwilliger
- en een brandweermedewerker nauwelijks te maken. Hiermee heeft de invoering van WNRA een groot financieel risico op de betaalbaarheid van het huidige brandweermodel. Landelijk heeft een Denktank een oplossing voor deze ontstane situatie bedacht in de vorm van taakdifferentiatie. De financiële consequenties van de taakdifferentiatie worden nog nader geanalyseerd;
- Verdeelsleutel huisvestingskosten brandweer. De gemeentelijke bijdragen aan de brandweer zijn op basis van een nieuwe verdeelsleutel vastgesteld. De (regionale) huisvestingskosten van de kazernes en andere brandweeronderdelen zijn daarvan vooralsnog uitgezonderd;
- Arbeidsontwikkelingen, waaronder functiewaardering van verpleegkundigen. Vergelijkbare organisaties hebben verpleegkundigen hoger ingeschaald. Een aanpassing van de functiewaardering heeft grote consequenties op het budget of op de dienstverlening van de Jeugdgezondheidszorg en Algemene gezondheidszorg. Hiervoor is in de gemeentelijke begroting een extra budget opgenomen. Dat geldt ook voor de ICT-lasten;
- Toenemende ICT-lasten als gevolg van verdere digitalisering en plaats onafhankelijk werken. Meerdere (verouderde) systemen dienen op korte termijn vernieuwd te worden gebracht en toenemende gebruikerswensen gebaseerd op maatschappelijke 0ntwikkelingen zijn niet passend binnen de huidige ICT-budgetten.
- De grote druk op (gemeentelijke)financiën en bij andere opdrachtgevers leidt tot continuïteitsrisico’s van niet door gemeentelijke bijdrage gefinancierde activiteiten.
De beheersing van bovenstaande risico's is vooral gericht op het actief verbinden van de gemeentelijke belangen. Het regionaal controllersoverleg en de Financiële Commissie die regelmatig bijeen komen vervullen hierin een belangrijke adviesrol, ook ten aanzien van de P&C-producten van de VGGM. Daarnaast wordt er actief samengewerkt bij bestuurlijke opdrachten. Per programma is door de VGGM een doelenboom opgesteld waarbij tevens de belangrijkste risicofactoren en mitiganten zijn genoemd.
Aan de hand van de zogenaamde “kans x effect”-methode wordt jaarlijks door VGGM een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke risico’s en een kwantificering daarvan. Bij benadering wordt er een indicatie gegeven van het voor de organisatie benodigde weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen wordt gevormd door de totale impact van de gekwantificeerde risico’s te relateren aan de weerstandscapaciteit (zijnde het beschikbare eigen vermogen).Daarnaast ontvangen de deelnemende gemeenten gedurende het jaar tussenrapportages van VGGM waarin wordt stilgestaan bij de actuele ontwikkelingen en de verwachtingen met betrekking tot de risico's worden beschreven.
Zowel de burgemeester als de wethouder publieke gezondheid zijn lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van VGGM. Het dagelijks bestuur en algemeen bestuur komen afzonderlijk van elkaar jaarlijks vijf keer bij elkaar. Onderwerp van gesprek is onder andere de P&C cyclus. Begrotingen en jaarrekeningen worden daar vastgesteld. Ook inhoudelijke ontwikkelingen/ risico's worden daar gedeeld.
Ondersteunende ambtenaren adviseren de burgemeester en wethouder als het gaat om de inhoud van de agenda. Deze ondersteunende ambtenaren zijn ook aangesloten op het controllersoverleg zoals eerder genoemd.De raad krijgt de mogelijkheid om een zienswijze uit te brengen ten aanzien van de begroting en de bestemming van het resultaat na opmaken van de jaarrekening van VGGM. De raad houdt waar nodig rekening met eventuele financiële risico's in de eigen begroting.
In de afgelopen jaren is gebleken dat deze beheersstrategie volstaat. De VGGM is al jaren een betrouwbare en stabiele partner.
BVO Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S07 Zorg
Doel verbonden partij
In april 2016 is de Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen opgericht ten behoeve van het aanvullend vervoer Arnhem Nijmegen (Avan). Het is een gemeenschappelijke regeling, gebaseerd op een bedrijfsvoeringsorganisatie. Eén van de taken van deze Vervoersorganisatie is het regelen van het doelgroepenvervoer, waarbij sprake is van een bundeling van het doelgroepenvervoer (Wmo-vervoer, leerlingenvervoer en instellingsvervoer). Gezamenlijke sturing en (financiële) beheersing van uitvoeringstaken en uitvoering van ondersteunende processen op het gebied van doelgroepenvervoer en aanvullend vervoer voor de deelnemers.
Deelnemers in samenwerking
Regio Arnhem en regio Nijmegen
Bestuurlijk belang
Wethouder Marco van der Wel is lid van het bestuur.
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt volgens een verdeelsleutel bij aan de exploitatie. De kosten van de bedrijfsvoeringsorganisatie worden bepaald op basis van het inwoneraantal. De vervoerskosten op basis van rekeneenheden van het vervoer. De vervoersorganisatie heeft geen weerstandscapaciteit; tekorten komen voor rekening van de deelnemende gemeenten.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
10.607.584
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
6.064.932
Ontwikkelingen
In 2020 zijn er beleidsregels Wmo en Jeugdwet op- en vastgesteld. Ook is er een nieuwe Verordening Leerlingenvervoer aangenomen. De hieronder vallende beleidsregels zijn in 2022 geactualiseerd. Separaat aan deze ontwikkeling lijkt de nieuwe aanbesteding positiever uit te werken dan in eerste instantie verwacht. Beide ontwikkelingen dragen bij aan het beheersen van kosten op het gebied van Doelgroepenvervoer.
Daarnaast heeft Corona in 2021 effect gehad op het routegebonden en vraagafhankelijk vervoer. Dit alles samen maakt dat voor 2021 de jaarcijfers doelgroepenvervoer met een positief resultaat afgesloten zijn. Voor 2022 verwachten we een vergelijkbaar scenario. In de begroting voor 2023 wordt voor het vraagafhankelijk vervoer getracht een realistische begroting te schetsen door uit te gaan van de cijfers uit 2019. Dit gezien dit het laatste volledige jaar zonder effect van Corona geweest is. Voor het routevervoer wordt als uitgangspunt de cijfers uit de periode september tm december 2021 gebruikt.
Los hiervan beweegt het doelgroepenvervoer zich de komende jaren richting zero-emissie. Dit vraagt van gemeenten de komende jaren extra middelen. De transitie naar zero-emissie loopt gelijktijdig met de stijging van de brandstofprijzen. De stijgende prijzen zullen we terug zien in de index in de begroting voor 2023 (en verder).Risico profiel
Risico's
Middel
Beheersstrategie
De risico's waarmee BVO DRAN te maken heeft zijn een veranderende relatie met de Provincie, een zeer dynamische omgeving, kwetsbare burgers en daarmee politieke gevoeligheid.
Het in 2018 verschenen knoppenplan heeft ertoe geleid dat een aantal kostenbesparingen die mogelijk waren in regionaal verband inmiddels zijn doorgevoerd en een aantal zaken zijn meegenomen in de inmiddels afgeronde aanbesteding. Aan een aantal knoppen binnen het vraagafhankelijk vervoer is sinds 2021 een verder vervolg gegeven. Een aantal knoppen kunnen enkel door de gemeente zelf beleidsmatig worden opgepakt.
De gemeente Arnhem heeft in 2020 aan een aantal van deze knoppen gedraaid door zowel beleidsregels Wmo als ook beleidsregels Leerlingenvervoer op- en vast te stellen. Dit om te kunnen blijven doen wat nodig is, maar ook een gemeentelijk kader als vertrekpunt te kunnen nemen. De eerste effecten hiervan hebben we in 2021 gezien. Deze trend heeft zich doorgezet in 2022 en verwachten we ook voor 2023.
De inrichting van het doelgroepenvervoer is gebaseerd op een 'open einde' systematiek. Hierom is de sturingsinformatie frequenter en gericht op continue monitoring. Structureel ontvangen we van de BVO DRAN managementinformatie en zogenaamde rittenbakken. Er is ongeveer tien keer per jaar ambtelijk en 6 keer per jaar bestuurlijk overleg. Informatie omtrent doelgroepenvervoer zal worden verwerkt in PowerBI waardoor dit onderdeel uit zal gaan maken van de komende bestuursrapportages.
MGR Sociaal Domein Centraal Gelderland
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S04 Onderwijs; S06 Participatie en armoedebestrijding; S07 Zorg
Doel verbonden partij
De Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Regio Centraal Gelderland is in 2017 opgericht voor de uitvoering van taken op het terrein van het sociaal domein. Binnen de MGR wordt op verschillende terreinen regionaal samen gewerkt in samenwerkingsmodules op het terrein van participatie, onderwijs en zorg. De MGR bestaat uit een kleine beheerorganisatie en vijf modules. De modules zijn: Inkoop van specialistische zorg, Werkgeversservicepunt, Regionaal Bureau Leerlingzaken, Werkgeverschap SW alsmede Contractmanagement Inburgering.
Deelnemers in samenwerking
Gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Wageningen, Westervoort en Zevenaar (niet alle gemeenten doen aan alle modules mee).
Bestuurlijk belang
Wethouder Paul Smeulders is lid van het bestuur. In de bestuurscommissies zitten wethouders Mark Lauriks (Participatie), Marco van der Wel (Inkoop zorg) en Nermina Kundic (onderwijs).
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt bij aan de exploitatie van de gemeenschappelijke regeling. Over de wijze waarop de bijdrage over de deelnemende gemeenten worden verdeeld zijn per module specifieke afspraken vastgelegd. Bij de onderwijsmodule geldt bijvoorbeeld het criterium 'leerlingaantallen en VsV-cijfers van de afgelopen 3 jaren' en bij de module WgSW het aantal inwoners met een SW-verband.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
699.000
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
4.512.000
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
28.973.940
Ontwikkelingen
De MGR zet in 2023 de werkzaamheden zoals die in de afgelopen jaren zijn ingezet en afgesproken voort. Daarbij is geen sprake van nieuw beleid maar wel van doorontwikkeling op de reeds ingeslagen weg. In samenwerking met de gemeenten werkt de MGR voortdurend toe naar nog meer integraliteit, netwerksamenwerking en ketenoptimalisatie in het sociaal domein. In dat kader wordt een mogelijke samenwerking op het gebied van beschermd wonen onderzocht. De voorgenomen werkzaamheden zijn financieel vertaald in een sluitende concept-meerjarenbegroting, waaruit kostenbewustzijn en efficiëntie spreekt.
Risico profiel
Risico's
Laag
Beheersstrategie
Niet van toepassing.
- BVO Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S01 Veiligheid; S07 Zorg; S09 Gezondheid en sport
Doel verbonden partij
In deze regeling participeren (inclusief Arnhem) 15 gemeenten. Het betreft hier een wettelijk aangewezen organisatie met taken op het terrein van de brandweer (hulpverlening), volksgezondheid en rampenbestrijding. Veiligheid en gezondheid zijn in de regio de kerntaken.
Deelnemers in samenwerking
15 gemeenten (inclusief Arnhem) participeren in de gemeenschappelijke regeling.
Bestuurlijk belang
Burgemeester Ahmed Marcouch en wethouder Maurits van de Geijn maken deel uit van het (dagelijks) bestuur.
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt bij aan de exploitatie van de gemeenschappelijke regeling. Over de wijze waarop de bijdrage over de deelnemende gemeenten is verdeeld zijn per onderdeel specifieke afspraken gemaakt en vastgelegd.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
9.615.000
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
63.228.000
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
18.333.731
Ontwikkelingen
Volksgezondheid
Corona
In 2022 en mogelijk ook in 2023 zullen de activiteiten van VGGM voor een belangrijk deel nog in het teken staan van de bestrijding van Covid-19. Aard en omvang van de extra activiteiten zijn door het lastig voorspelbare verloop van de coronapandemie deels onzeker. Aanpassingen in de reguliere dienstverlening zijn soms noodzakelijk. De kosten direct samenhangend met de bestrijding van Covid-19 worden ook in 2022 door het ministerie van VWS vergoed. VWS zal echter niet meer de gederfde inkomsten binnen andere onderdelen van de GGD, zoals misgelopen klanten voor een reizigersvaccinatie, vergoeden. Hiermee loopt de GGD komend jaar een risico op een achterblijvende opbrengst.
De aanpak van de coronapandemie zal, zo voorziet het bestuur, meerjarige effecten hebben op de dienstverlening van VGGM. Uitdagingen voor de komende jaren zijn gelegen onder andere in de preventie en gezondheidsbevordering van kwetsbare groepen, advisering van hygiënemaatregelen, het versterken van de infectieziektenbestrijding, het terug op niveau brengen van reguliere diensten voor derden zoals reizigersvaccinaties en het binden van medewerkers en vrijwilligers aan de organisatie.Opvang ontheemden uit Oekraïne
Vanwege het conflict tussen Rusland en Oekraïne zijn Oekraïense burgers het land ontvlucht en deels naar Nederland gereisd om in veiligheid te zijn. Voor veiligheidsregio’s en GGD-en is een belangrijke taak weggelegd bij de coördinatie en regie ten behoeve van de opvang, eerste medische verzorging en (reguliere) taken voortkomend uit de Wet Publieke Gezondheid. De aard, omvang en bekostiging van deze taken in 2022 en 2023 zijn op dit moment niet helemaal duidelijk.Publieke gezondheid
Met aanpassingen in de werkwijze (contacten niet altijd face-to-face maar ook telefonisch of via beeldbellen) blijft de reguliere zorg zoveel mogelijk gehandhaafd. Speciale aandacht is daarbij gericht op het voorkomen van situaties waarin kinderen ernstig ziek kunnen worden of in een onveilige situatie terecht kunnen komen. Het Rijksvaccinatieprogramma wordt conform opzet uitgevoerd.
De functieherwaardering van verpleegkundigen en artsen werkzaam bij VGGM in 2021 betekent een forse kostenverhoging van de jeugdgezondheidszorg en de algemene gezondheidszorg, oplopend naar € 999.000 in 2025. De extra kosten zijn verwerkt in een verhoging van de gemeentelijke bijdragen met ingang van 2023. In 2022 vangt VGGM de extra kosten op via het voorstel resultaatbestemming 2021
Als uitvloeisel van de in 2022 aangenomen raadsmotie 21M52g ‘Investeren in preventie en publieke gezondheid loont’ is in de gemeentelijke Begroting 2022 met deze financiële consequentie al rekening gehouden. In overleg met VGGM wordt bekeken hoe, ter uitvoering van de motie, aan de thema's preventie en gezondheidsbevordering nader invulling kan worden gegeven.
Ook de volgende kosten leiden tot een verhoging van de gemeentelijke inwonerbijdrage vanaf 2023:- De extra kosten voor het aanbieden van een prenataal huisbezoek aan zwangere vrouwen en/of hun gezinnen in een kwetsbare situatie;
- De extra kosten voor de uitvoering van de vaccinaties tegen meningokokken en HPV;
- De kosten voor het beleggen van de regie op Zorg en Veiligheid.
Publieke Gezondheid Asielzoekers (PGA)
Het COA heeft het voornemen de uitvoering van de gezondheidsbevordering PGA vanaf 2023 aan te besteden. Op 31 dec. 2022 eindigt het contract tussen GGD GHOR Nederland en het COA over uitvoering van PGA, met uitzondering van het contract JGZ/PGA. Naar verwachting zal het COA begin 2022 een openbare aanbesteding uitschrijven.Brandweer / Crisisbeheersing
Crisisbeheersing
Op 4 december 2020 verscheen het eindrapport Evaluatie Wet veiligheidsregio’s en op 3 februari 2021 heeft het Kabinet hierop een standpunt ingenomen. Het is nog onduidelijk welke beleidsmatige en financiële consequenties voortkomen uit deze evaluatie. De verwachting is dat hier in het voorjaar van 2022 meer duidelijkheid over komt. De VGGM probeert zoveel mogelijk te anticiperen op deze veranderingen.Brandweerzorg
Op basis van de huidige wet- en regelgeving is het onderscheid tussen een brandweervrijwilliger en een brandweermedewerker nauwelijks te maken. De invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA) vormt een risico voor de betaalbaarheid van het huidige brandweermodel. Een landelijke denktank heeft een oplossing bedacht in de vorm van taakdifferentiatie. De financiële consequenties van deze taakdifferentiatie worden nog nader geanalyseerd. In najaar 2022 zal nadere uitwerking worden gegeven aan de noodzakelijke maatregelen, maar deze zullen naar verwachting voor onze regio beperkt zijn.
Op het vlak van brandweerzorg wordt eveneens gesignaleerd dat de tijd dat een vrijwilliger verbonden is aan de organisatie korter wordt. De uitstroom is opgelopen van circa 5% in 2012 naar circa 9% nu. Dit brengt paraatheidsrisico’s met zich mee en ook tekorten op het opleidingsbudget. Daarnaast is het zogenaamde 20- jarigenbeleid een belangrijke ontwikkeling: brandweermensen mogen niet langer dan 20 jaar hun bezwarende functie uitoefenen. De werkgever begeleidt hen naar een passende functie na deze 20 jaar. Dit geldt voor mensen die vanaf 2006 in dienst getreden zijn.
Het Algemeen Bestuur heeft de wens uitgesproken de huisvestingskosten van de brandweerkazernes te regionaliseren. Het betreft hier een complex vraagstuk wat de nodige tijd en aandacht zal vragen. Komende periode wordt nader onderzocht wanneer en op welke wijze gekomen kan worden tot een beleidsmatig en financieel huisvestingskader, inclusief mogelijke overgangsmodellen. Ook moet helder worden wat dit nieuwe huisvestingskader voor ons eigen huisvestingskader gaat betekenen.
Tot slot zal In 2022 het regionaal dekkingsplan worden vernieuwd. Het is normaal dat het dekkingsplan periodiek wordt geactualiseerd maar dit keer zal sprake zijn van een forse aanpassing. Aanleiding hiervoor is de landelijke ontwikkeling van gebiedsgerichte opkomsttijden. De gemeenteraden zullen medio 2022 in de gelegenheid worden gesteld inhoudelijk in gesprek te gaan over de uitgangspunten die de basis vormen van het nieuwe dekkingsplan.Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering van VGGM is op dit moment krap georganiseerd en brengt de nodige risico’s met zich mee. De VGGM komt om de volgende redenen met een verbeterplan:
- De VGGM ziet een aantal autonome ontwikkelingen die direct effect hebben op de bedrijfsvoering van VGGM. Daarbij gaat het primair om een toename van het takenpakket van het Rijk en om wijzigingen van wet- en regelgeving. Denk hierbij aan taken als gevolg van de bestrijding van COVID-19 en toegenomen ICT-risico’s. In de toekomst wordt een extra verzwaring voorzien op het gebied van de crisisbeheersing en het classificeren van veiligheidsregio’s tot de vitale sector.
- Enkele jaren geleden is door de directie geconstateerd dat vanuit de sector bedrijfsvoering onvoldoende ondersteuning wordt geboden aan het primaire proces. Bedrijfsvoering is te krap georganiseerd. Ook na taakuitbreidingen binnen de VGGM is de sector bedrijfsvoering niet of nauwelijks uitgebreid. Dit heeft geleid tot het uithollen van de organisatie.
- Berenschot heeft een benchmark uitgevoerd en de overhead van VGGM vergeleken met andere veiligheidsregio’s en andere publieke organisaties. Hun conclusie is ook dat VGGM krap is georganiseerd:
a. De personele overhead van VGGM bedraagt 14,4% waar dat bij andere veiligheidsregio’s 18,8% is. Bij publieke uitvoeringsorganisaties is de personele overhead 23,9% en bij gemeenten 32,9%. Berenschot geeft ook aan dat uit meer recent onderzoek blijkt dat het overhead percentage voor veiligheidsregio’s toeneemt als gevolg van diverse ontwikkelingen op het gebied van ICT, personeel en verduurzaming van de bedrijfsvoering.
b. Door de krappe invulling van de overhead is onvoldoende veranderkracht om maatschappelijke technische, innovatieve of wettelijke ontwikkelingen te adapteren.De VGGM heeft de risico’s die zij voor de korte termijn voorziet geïdentificeerd. Om deze risico's te beheersen heeft de directie een aantal (versterkings)maatregelen voor ogen om direct te treffen. Het voorstel is om in 2022 maatregelen te treffen om de urgente risico's te beperken. De aanloopkosten worden gedekt uit bestaande bestemmingsreserves.
Vanaf 2023 wordt de gemeentelijke bijdrage in dit verband met € 2,14 per inwoner verhoogd (ofwel een verhoging van de gemeentelijke bijdrage met 2,5%).
VGGM is zich bewust dat deze verhoging van de gemeentelijke bijdrage gebaseerd is op een beste inschatting van dit moment. Daarom stelt zij voor dit jaar een nader onderzoek (inclusief externe toetsing) te doen, zodat deze inschatting aan het eind van dit jaar mogelijk bijgesteld kan worden. Onderdeel van dit diepgaander onderzoek naar een toekomstbestendige organisatie vormen ook de ambities van bestuur en organisatie ten aanzien van de taken die bij VGGM zijn ondergebracht. Hiervoor vraagt de directie € 400.000 te bestemmen uit het resultaat over 2021.Risico profiel
Risico's
Middel
Beheersstrategie
De veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden is een wettelijk aangewezen regeling waarin wordt samengewerkt met vijftien verschillende gemeenten. De taken zijn onder verdeeld in een vijftal programma's (crisisbeheersing, brandweerzorg, GGD, ambulancezorg en bedrijfsvoering). VGGM wijst in haar begroting 2023 op de volgende risico's:
- Meerjarig effect van het COVID19 virus; preventie ten aanzien van kwetsbare groepen, advisering van hygiënemaatregelen, versterking infectieziektebestrijding, terug op niveau van reguliere diensten voor derden zoals reizigersvaccinaties en binden van medewerkers en vrijwilligers aan de organisatie;
- Naar aanleiding van de implementatie van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA) is een complexiteit met betrekking tot de positie van de vrijwilligers ontstaan. Op basis van de huidige wet- en regelgeving is het onderscheid tussen een brandweervrijwilliger
- en een brandweermedewerker nauwelijks te maken. Hiermee heeft de invoering van WNRA een groot financieel risico op de betaalbaarheid van het huidige brandweermodel. Landelijk heeft een Denktank een oplossing voor deze ontstane situatie bedacht in de vorm van taakdifferentiatie. De financiële consequenties van de taakdifferentiatie worden nog nader geanalyseerd;
- Verdeelsleutel huisvestingskosten brandweer. De gemeentelijke bijdragen aan de brandweer zijn op basis van een nieuwe verdeelsleutel vastgesteld. De (regionale) huisvestingskosten van de kazernes en andere brandweeronderdelen zijn daarvan vooralsnog uitgezonderd;
- Arbeidsontwikkelingen, waaronder functiewaardering van verpleegkundigen. Vergelijkbare organisaties hebben verpleegkundigen hoger ingeschaald. Een aanpassing van de functiewaardering heeft grote consequenties op het budget of op de dienstverlening van de Jeugdgezondheidszorg en Algemene gezondheidszorg. Hiervoor is in de gemeentelijke begroting een extra budget opgenomen. Dat geldt ook voor de ICT-lasten;
- Toenemende ICT-lasten als gevolg van verdere digitalisering en plaats onafhankelijk werken. Meerdere (verouderde) systemen dienen op korte termijn vernieuwd te worden gebracht en toenemende gebruikerswensen gebaseerd op maatschappelijke 0ntwikkelingen zijn niet passend binnen de huidige ICT-budgetten.
- De grote druk op (gemeentelijke)financiën en bij andere opdrachtgevers leidt tot continuïteitsrisico’s van niet door gemeentelijke bijdrage gefinancierde activiteiten.
De beheersing van bovenstaande risico's is vooral gericht op het actief verbinden van de gemeentelijke belangen. Het regionaal controllersoverleg en de Financiële Commissie die regelmatig bijeen komen vervullen hierin een belangrijke adviesrol, ook ten aanzien van de P&C-producten van de VGGM. Daarnaast wordt er actief samengewerkt bij bestuurlijke opdrachten. Per programma is door de VGGM een doelenboom opgesteld waarbij tevens de belangrijkste risicofactoren en mitiganten zijn genoemd.
Aan de hand van de zogenaamde “kans x effect”-methode wordt jaarlijks door VGGM een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke risico’s en een kwantificering daarvan. Bij benadering wordt er een indicatie gegeven van het voor de organisatie benodigde weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen wordt gevormd door de totale impact van de gekwantificeerde risico’s te relateren aan de weerstandscapaciteit (zijnde het beschikbare eigen vermogen).Daarnaast ontvangen de deelnemende gemeenten gedurende het jaar tussenrapportages van VGGM waarin wordt stilgestaan bij de actuele ontwikkelingen en de verwachtingen met betrekking tot de risico's worden beschreven.
Zowel de burgemeester als de wethouder publieke gezondheid zijn lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van VGGM. Het dagelijks bestuur en algemeen bestuur komen afzonderlijk van elkaar jaarlijks vijf keer bij elkaar. Onderwerp van gesprek is onder andere de P&C cyclus. Begrotingen en jaarrekeningen worden daar vastgesteld. Ook inhoudelijke ontwikkelingen/ risico's worden daar gedeeld.
Ondersteunende ambtenaren adviseren de burgemeester en wethouder als het gaat om de inhoud van de agenda. Deze ondersteunende ambtenaren zijn ook aangesloten op het controllersoverleg zoals eerder genoemd.De raad krijgt de mogelijkheid om een zienswijze uit te brengen ten aanzien van de begroting en de bestemming van het resultaat na opmaken van de jaarrekening van VGGM. De raad houdt waar nodig rekening met eventuele financiële risico's in de eigen begroting.
In de afgelopen jaren is gebleken dat deze beheersstrategie volstaat. De VGGM is al jaren een betrouwbare en stabiele partner.
BVO Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S07 Zorg
Doel verbonden partij
In april 2016 is de Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen opgericht ten behoeve van het aanvullend vervoer Arnhem Nijmegen (Avan). Het is een gemeenschappelijke regeling, gebaseerd op een bedrijfsvoeringsorganisatie. Eén van de taken van deze Vervoersorganisatie is het regelen van het doelgroepenvervoer, waarbij sprake is van een bundeling van het doelgroepenvervoer (Wmo-vervoer, leerlingenvervoer en instellingsvervoer). Gezamenlijke sturing en (financiële) beheersing van uitvoeringstaken en uitvoering van ondersteunende processen op het gebied van doelgroepenvervoer en aanvullend vervoer voor de deelnemers.
Deelnemers in samenwerking
Regio Arnhem en regio Nijmegen
Bestuurlijk belang
Wethouder Marco van der Wel is lid van het bestuur.
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt volgens een verdeelsleutel bij aan de exploitatie. De kosten van de bedrijfsvoeringsorganisatie worden bepaald op basis van het inwoneraantal. De vervoerskosten op basis van rekeneenheden van het vervoer. De vervoersorganisatie heeft geen weerstandscapaciteit; tekorten komen voor rekening van de deelnemende gemeenten.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
10.607.584
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
6.064.932
Ontwikkelingen
In 2020 zijn er beleidsregels Wmo en Jeugdwet op- en vastgesteld. Ook is er een nieuwe Verordening Leerlingenvervoer aangenomen. De hieronder vallende beleidsregels zijn in 2022 geactualiseerd. Separaat aan deze ontwikkeling lijkt de nieuwe aanbesteding positiever uit te werken dan in eerste instantie verwacht. Beide ontwikkelingen dragen bij aan het beheersen van kosten op het gebied van Doelgroepenvervoer.
Daarnaast heeft Corona in 2021 effect gehad op het routegebonden en vraagafhankelijk vervoer. Dit alles samen maakt dat voor 2021 de jaarcijfers doelgroepenvervoer met een positief resultaat afgesloten zijn. Voor 2022 verwachten we een vergelijkbaar scenario. In de begroting voor 2023 wordt voor het vraagafhankelijk vervoer getracht een realistische begroting te schetsen door uit te gaan van de cijfers uit 2019. Dit gezien dit het laatste volledige jaar zonder effect van Corona geweest is. Voor het routevervoer wordt als uitgangspunt de cijfers uit de periode september tm december 2021 gebruikt.
Los hiervan beweegt het doelgroepenvervoer zich de komende jaren richting zero-emissie. Dit vraagt van gemeenten de komende jaren extra middelen. De transitie naar zero-emissie loopt gelijktijdig met de stijging van de brandstofprijzen. De stijgende prijzen zullen we terug zien in de index in de begroting voor 2023 (en verder).Risico profiel
Risico's
Middel
Beheersstrategie
De risico's waarmee BVO DRAN te maken heeft zijn een veranderende relatie met de Provincie, een zeer dynamische omgeving, kwetsbare burgers en daarmee politieke gevoeligheid.
Het in 2018 verschenen knoppenplan heeft ertoe geleid dat een aantal kostenbesparingen die mogelijk waren in regionaal verband inmiddels zijn doorgevoerd en een aantal zaken zijn meegenomen in de inmiddels afgeronde aanbesteding. Aan een aantal knoppen binnen het vraagafhankelijk vervoer is sinds 2021 een verder vervolg gegeven. Een aantal knoppen kunnen enkel door de gemeente zelf beleidsmatig worden opgepakt.
De gemeente Arnhem heeft in 2020 aan een aantal van deze knoppen gedraaid door zowel beleidsregels Wmo als ook beleidsregels Leerlingenvervoer op- en vast te stellen. Dit om te kunnen blijven doen wat nodig is, maar ook een gemeentelijk kader als vertrekpunt te kunnen nemen. De eerste effecten hiervan hebben we in 2021 gezien. Deze trend heeft zich doorgezet in 2022 en verwachten we ook voor 2023.
De inrichting van het doelgroepenvervoer is gebaseerd op een 'open einde' systematiek. Hierom is de sturingsinformatie frequenter en gericht op continue monitoring. Structureel ontvangen we van de BVO DRAN managementinformatie en zogenaamde rittenbakken. Er is ongeveer tien keer per jaar ambtelijk en 6 keer per jaar bestuurlijk overleg. Informatie omtrent doelgroepenvervoer zal worden verwerkt in PowerBI waardoor dit onderdeel uit zal gaan maken van de komende bestuursrapportages.
MGR Sociaal Domein Centraal Gelderland
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S04 Onderwijs; S06 Participatie en armoedebestrijding; S07 Zorg
Doel verbonden partij
De Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Regio Centraal Gelderland is in 2017 opgericht voor de uitvoering van taken op het terrein van het sociaal domein. Binnen de MGR wordt op verschillende terreinen regionaal samen gewerkt in samenwerkingsmodules op het terrein van participatie, onderwijs en zorg. De MGR bestaat uit een kleine beheerorganisatie en vijf modules. De modules zijn: Inkoop van specialistische zorg, Werkgeversservicepunt, Regionaal Bureau Leerlingzaken, Werkgeverschap SW alsmede Contractmanagement Inburgering.
Deelnemers in samenwerking
Gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Wageningen, Westervoort en Zevenaar (niet alle gemeenten doen aan alle modules mee).
Bestuurlijk belang
Wethouder Paul Smeulders is lid van het bestuur. In de bestuurscommissies zitten wethouders Mark Lauriks (Participatie), Marco van der Wel (Inkoop zorg) en Nermina Kundic (onderwijs).
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt bij aan de exploitatie van de gemeenschappelijke regeling. Over de wijze waarop de bijdrage over de deelnemende gemeenten worden verdeeld zijn per module specifieke afspraken vastgelegd. Bij de onderwijsmodule geldt bijvoorbeeld het criterium 'leerlingaantallen en VsV-cijfers van de afgelopen 3 jaren' en bij de module WgSW het aantal inwoners met een SW-verband.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
699.000
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
4.512.000
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
28.973.940
Ontwikkelingen
De MGR zet in 2023 de werkzaamheden zoals die in de afgelopen jaren zijn ingezet en afgesproken voort. Daarbij is geen sprake van nieuw beleid maar wel van doorontwikkeling op de reeds ingeslagen weg. In samenwerking met de gemeenten werkt de MGR voortdurend toe naar nog meer integraliteit, netwerksamenwerking en ketenoptimalisatie in het sociaal domein. In dat kader wordt een mogelijke samenwerking op het gebied van beschermd wonen onderzocht. De voorgenomen werkzaamheden zijn financieel vertaald in een sluitende concept-meerjarenbegroting, waaruit kostenbewustzijn en efficiëntie spreekt.
Risico profiel
Risico's
Laag
Beheersstrategie
Niet van toepassing.
- MGR Sociaal Domein Centraal Gelderland
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S01 Veiligheid; S07 Zorg; S09 Gezondheid en sport
Doel verbonden partij
In deze regeling participeren (inclusief Arnhem) 15 gemeenten. Het betreft hier een wettelijk aangewezen organisatie met taken op het terrein van de brandweer (hulpverlening), volksgezondheid en rampenbestrijding. Veiligheid en gezondheid zijn in de regio de kerntaken.
Deelnemers in samenwerking
15 gemeenten (inclusief Arnhem) participeren in de gemeenschappelijke regeling.
Bestuurlijk belang
Burgemeester Ahmed Marcouch en wethouder Maurits van de Geijn maken deel uit van het (dagelijks) bestuur.
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt bij aan de exploitatie van de gemeenschappelijke regeling. Over de wijze waarop de bijdrage over de deelnemende gemeenten is verdeeld zijn per onderdeel specifieke afspraken gemaakt en vastgelegd.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
9.615.000
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
63.228.000
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
18.333.731
Ontwikkelingen
Volksgezondheid
Corona
In 2022 en mogelijk ook in 2023 zullen de activiteiten van VGGM voor een belangrijk deel nog in het teken staan van de bestrijding van Covid-19. Aard en omvang van de extra activiteiten zijn door het lastig voorspelbare verloop van de coronapandemie deels onzeker. Aanpassingen in de reguliere dienstverlening zijn soms noodzakelijk. De kosten direct samenhangend met de bestrijding van Covid-19 worden ook in 2022 door het ministerie van VWS vergoed. VWS zal echter niet meer de gederfde inkomsten binnen andere onderdelen van de GGD, zoals misgelopen klanten voor een reizigersvaccinatie, vergoeden. Hiermee loopt de GGD komend jaar een risico op een achterblijvende opbrengst.
De aanpak van de coronapandemie zal, zo voorziet het bestuur, meerjarige effecten hebben op de dienstverlening van VGGM. Uitdagingen voor de komende jaren zijn gelegen onder andere in de preventie en gezondheidsbevordering van kwetsbare groepen, advisering van hygiënemaatregelen, het versterken van de infectieziektenbestrijding, het terug op niveau brengen van reguliere diensten voor derden zoals reizigersvaccinaties en het binden van medewerkers en vrijwilligers aan de organisatie.Opvang ontheemden uit Oekraïne
Vanwege het conflict tussen Rusland en Oekraïne zijn Oekraïense burgers het land ontvlucht en deels naar Nederland gereisd om in veiligheid te zijn. Voor veiligheidsregio’s en GGD-en is een belangrijke taak weggelegd bij de coördinatie en regie ten behoeve van de opvang, eerste medische verzorging en (reguliere) taken voortkomend uit de Wet Publieke Gezondheid. De aard, omvang en bekostiging van deze taken in 2022 en 2023 zijn op dit moment niet helemaal duidelijk.Publieke gezondheid
Met aanpassingen in de werkwijze (contacten niet altijd face-to-face maar ook telefonisch of via beeldbellen) blijft de reguliere zorg zoveel mogelijk gehandhaafd. Speciale aandacht is daarbij gericht op het voorkomen van situaties waarin kinderen ernstig ziek kunnen worden of in een onveilige situatie terecht kunnen komen. Het Rijksvaccinatieprogramma wordt conform opzet uitgevoerd.
De functieherwaardering van verpleegkundigen en artsen werkzaam bij VGGM in 2021 betekent een forse kostenverhoging van de jeugdgezondheidszorg en de algemene gezondheidszorg, oplopend naar € 999.000 in 2025. De extra kosten zijn verwerkt in een verhoging van de gemeentelijke bijdragen met ingang van 2023. In 2022 vangt VGGM de extra kosten op via het voorstel resultaatbestemming 2021
Als uitvloeisel van de in 2022 aangenomen raadsmotie 21M52g ‘Investeren in preventie en publieke gezondheid loont’ is in de gemeentelijke Begroting 2022 met deze financiële consequentie al rekening gehouden. In overleg met VGGM wordt bekeken hoe, ter uitvoering van de motie, aan de thema's preventie en gezondheidsbevordering nader invulling kan worden gegeven.
Ook de volgende kosten leiden tot een verhoging van de gemeentelijke inwonerbijdrage vanaf 2023:- De extra kosten voor het aanbieden van een prenataal huisbezoek aan zwangere vrouwen en/of hun gezinnen in een kwetsbare situatie;
- De extra kosten voor de uitvoering van de vaccinaties tegen meningokokken en HPV;
- De kosten voor het beleggen van de regie op Zorg en Veiligheid.
Publieke Gezondheid Asielzoekers (PGA)
Het COA heeft het voornemen de uitvoering van de gezondheidsbevordering PGA vanaf 2023 aan te besteden. Op 31 dec. 2022 eindigt het contract tussen GGD GHOR Nederland en het COA over uitvoering van PGA, met uitzondering van het contract JGZ/PGA. Naar verwachting zal het COA begin 2022 een openbare aanbesteding uitschrijven.Brandweer / Crisisbeheersing
Crisisbeheersing
Op 4 december 2020 verscheen het eindrapport Evaluatie Wet veiligheidsregio’s en op 3 februari 2021 heeft het Kabinet hierop een standpunt ingenomen. Het is nog onduidelijk welke beleidsmatige en financiële consequenties voortkomen uit deze evaluatie. De verwachting is dat hier in het voorjaar van 2022 meer duidelijkheid over komt. De VGGM probeert zoveel mogelijk te anticiperen op deze veranderingen.Brandweerzorg
Op basis van de huidige wet- en regelgeving is het onderscheid tussen een brandweervrijwilliger en een brandweermedewerker nauwelijks te maken. De invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA) vormt een risico voor de betaalbaarheid van het huidige brandweermodel. Een landelijke denktank heeft een oplossing bedacht in de vorm van taakdifferentiatie. De financiële consequenties van deze taakdifferentiatie worden nog nader geanalyseerd. In najaar 2022 zal nadere uitwerking worden gegeven aan de noodzakelijke maatregelen, maar deze zullen naar verwachting voor onze regio beperkt zijn.
Op het vlak van brandweerzorg wordt eveneens gesignaleerd dat de tijd dat een vrijwilliger verbonden is aan de organisatie korter wordt. De uitstroom is opgelopen van circa 5% in 2012 naar circa 9% nu. Dit brengt paraatheidsrisico’s met zich mee en ook tekorten op het opleidingsbudget. Daarnaast is het zogenaamde 20- jarigenbeleid een belangrijke ontwikkeling: brandweermensen mogen niet langer dan 20 jaar hun bezwarende functie uitoefenen. De werkgever begeleidt hen naar een passende functie na deze 20 jaar. Dit geldt voor mensen die vanaf 2006 in dienst getreden zijn.
Het Algemeen Bestuur heeft de wens uitgesproken de huisvestingskosten van de brandweerkazernes te regionaliseren. Het betreft hier een complex vraagstuk wat de nodige tijd en aandacht zal vragen. Komende periode wordt nader onderzocht wanneer en op welke wijze gekomen kan worden tot een beleidsmatig en financieel huisvestingskader, inclusief mogelijke overgangsmodellen. Ook moet helder worden wat dit nieuwe huisvestingskader voor ons eigen huisvestingskader gaat betekenen.
Tot slot zal In 2022 het regionaal dekkingsplan worden vernieuwd. Het is normaal dat het dekkingsplan periodiek wordt geactualiseerd maar dit keer zal sprake zijn van een forse aanpassing. Aanleiding hiervoor is de landelijke ontwikkeling van gebiedsgerichte opkomsttijden. De gemeenteraden zullen medio 2022 in de gelegenheid worden gesteld inhoudelijk in gesprek te gaan over de uitgangspunten die de basis vormen van het nieuwe dekkingsplan.Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering van VGGM is op dit moment krap georganiseerd en brengt de nodige risico’s met zich mee. De VGGM komt om de volgende redenen met een verbeterplan:
- De VGGM ziet een aantal autonome ontwikkelingen die direct effect hebben op de bedrijfsvoering van VGGM. Daarbij gaat het primair om een toename van het takenpakket van het Rijk en om wijzigingen van wet- en regelgeving. Denk hierbij aan taken als gevolg van de bestrijding van COVID-19 en toegenomen ICT-risico’s. In de toekomst wordt een extra verzwaring voorzien op het gebied van de crisisbeheersing en het classificeren van veiligheidsregio’s tot de vitale sector.
- Enkele jaren geleden is door de directie geconstateerd dat vanuit de sector bedrijfsvoering onvoldoende ondersteuning wordt geboden aan het primaire proces. Bedrijfsvoering is te krap georganiseerd. Ook na taakuitbreidingen binnen de VGGM is de sector bedrijfsvoering niet of nauwelijks uitgebreid. Dit heeft geleid tot het uithollen van de organisatie.
- Berenschot heeft een benchmark uitgevoerd en de overhead van VGGM vergeleken met andere veiligheidsregio’s en andere publieke organisaties. Hun conclusie is ook dat VGGM krap is georganiseerd:
a. De personele overhead van VGGM bedraagt 14,4% waar dat bij andere veiligheidsregio’s 18,8% is. Bij publieke uitvoeringsorganisaties is de personele overhead 23,9% en bij gemeenten 32,9%. Berenschot geeft ook aan dat uit meer recent onderzoek blijkt dat het overhead percentage voor veiligheidsregio’s toeneemt als gevolg van diverse ontwikkelingen op het gebied van ICT, personeel en verduurzaming van de bedrijfsvoering.
b. Door de krappe invulling van de overhead is onvoldoende veranderkracht om maatschappelijke technische, innovatieve of wettelijke ontwikkelingen te adapteren.De VGGM heeft de risico’s die zij voor de korte termijn voorziet geïdentificeerd. Om deze risico's te beheersen heeft de directie een aantal (versterkings)maatregelen voor ogen om direct te treffen. Het voorstel is om in 2022 maatregelen te treffen om de urgente risico's te beperken. De aanloopkosten worden gedekt uit bestaande bestemmingsreserves.
Vanaf 2023 wordt de gemeentelijke bijdrage in dit verband met € 2,14 per inwoner verhoogd (ofwel een verhoging van de gemeentelijke bijdrage met 2,5%).
VGGM is zich bewust dat deze verhoging van de gemeentelijke bijdrage gebaseerd is op een beste inschatting van dit moment. Daarom stelt zij voor dit jaar een nader onderzoek (inclusief externe toetsing) te doen, zodat deze inschatting aan het eind van dit jaar mogelijk bijgesteld kan worden. Onderdeel van dit diepgaander onderzoek naar een toekomstbestendige organisatie vormen ook de ambities van bestuur en organisatie ten aanzien van de taken die bij VGGM zijn ondergebracht. Hiervoor vraagt de directie € 400.000 te bestemmen uit het resultaat over 2021.Risico profiel
Risico's
Middel
Beheersstrategie
De veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden is een wettelijk aangewezen regeling waarin wordt samengewerkt met vijftien verschillende gemeenten. De taken zijn onder verdeeld in een vijftal programma's (crisisbeheersing, brandweerzorg, GGD, ambulancezorg en bedrijfsvoering). VGGM wijst in haar begroting 2023 op de volgende risico's:
- Meerjarig effect van het COVID19 virus; preventie ten aanzien van kwetsbare groepen, advisering van hygiënemaatregelen, versterking infectieziektebestrijding, terug op niveau van reguliere diensten voor derden zoals reizigersvaccinaties en binden van medewerkers en vrijwilligers aan de organisatie;
- Naar aanleiding van de implementatie van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA) is een complexiteit met betrekking tot de positie van de vrijwilligers ontstaan. Op basis van de huidige wet- en regelgeving is het onderscheid tussen een brandweervrijwilliger
- en een brandweermedewerker nauwelijks te maken. Hiermee heeft de invoering van WNRA een groot financieel risico op de betaalbaarheid van het huidige brandweermodel. Landelijk heeft een Denktank een oplossing voor deze ontstane situatie bedacht in de vorm van taakdifferentiatie. De financiële consequenties van de taakdifferentiatie worden nog nader geanalyseerd;
- Verdeelsleutel huisvestingskosten brandweer. De gemeentelijke bijdragen aan de brandweer zijn op basis van een nieuwe verdeelsleutel vastgesteld. De (regionale) huisvestingskosten van de kazernes en andere brandweeronderdelen zijn daarvan vooralsnog uitgezonderd;
- Arbeidsontwikkelingen, waaronder functiewaardering van verpleegkundigen. Vergelijkbare organisaties hebben verpleegkundigen hoger ingeschaald. Een aanpassing van de functiewaardering heeft grote consequenties op het budget of op de dienstverlening van de Jeugdgezondheidszorg en Algemene gezondheidszorg. Hiervoor is in de gemeentelijke begroting een extra budget opgenomen. Dat geldt ook voor de ICT-lasten;
- Toenemende ICT-lasten als gevolg van verdere digitalisering en plaats onafhankelijk werken. Meerdere (verouderde) systemen dienen op korte termijn vernieuwd te worden gebracht en toenemende gebruikerswensen gebaseerd op maatschappelijke 0ntwikkelingen zijn niet passend binnen de huidige ICT-budgetten.
- De grote druk op (gemeentelijke)financiën en bij andere opdrachtgevers leidt tot continuïteitsrisico’s van niet door gemeentelijke bijdrage gefinancierde activiteiten.
De beheersing van bovenstaande risico's is vooral gericht op het actief verbinden van de gemeentelijke belangen. Het regionaal controllersoverleg en de Financiële Commissie die regelmatig bijeen komen vervullen hierin een belangrijke adviesrol, ook ten aanzien van de P&C-producten van de VGGM. Daarnaast wordt er actief samengewerkt bij bestuurlijke opdrachten. Per programma is door de VGGM een doelenboom opgesteld waarbij tevens de belangrijkste risicofactoren en mitiganten zijn genoemd.
Aan de hand van de zogenaamde “kans x effect”-methode wordt jaarlijks door VGGM een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke risico’s en een kwantificering daarvan. Bij benadering wordt er een indicatie gegeven van het voor de organisatie benodigde weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen wordt gevormd door de totale impact van de gekwantificeerde risico’s te relateren aan de weerstandscapaciteit (zijnde het beschikbare eigen vermogen).Daarnaast ontvangen de deelnemende gemeenten gedurende het jaar tussenrapportages van VGGM waarin wordt stilgestaan bij de actuele ontwikkelingen en de verwachtingen met betrekking tot de risico's worden beschreven.
Zowel de burgemeester als de wethouder publieke gezondheid zijn lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van VGGM. Het dagelijks bestuur en algemeen bestuur komen afzonderlijk van elkaar jaarlijks vijf keer bij elkaar. Onderwerp van gesprek is onder andere de P&C cyclus. Begrotingen en jaarrekeningen worden daar vastgesteld. Ook inhoudelijke ontwikkelingen/ risico's worden daar gedeeld.
Ondersteunende ambtenaren adviseren de burgemeester en wethouder als het gaat om de inhoud van de agenda. Deze ondersteunende ambtenaren zijn ook aangesloten op het controllersoverleg zoals eerder genoemd.De raad krijgt de mogelijkheid om een zienswijze uit te brengen ten aanzien van de begroting en de bestemming van het resultaat na opmaken van de jaarrekening van VGGM. De raad houdt waar nodig rekening met eventuele financiële risico's in de eigen begroting.
In de afgelopen jaren is gebleken dat deze beheersstrategie volstaat. De VGGM is al jaren een betrouwbare en stabiele partner.
BVO Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S07 Zorg
Doel verbonden partij
In april 2016 is de Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen opgericht ten behoeve van het aanvullend vervoer Arnhem Nijmegen (Avan). Het is een gemeenschappelijke regeling, gebaseerd op een bedrijfsvoeringsorganisatie. Eén van de taken van deze Vervoersorganisatie is het regelen van het doelgroepenvervoer, waarbij sprake is van een bundeling van het doelgroepenvervoer (Wmo-vervoer, leerlingenvervoer en instellingsvervoer). Gezamenlijke sturing en (financiële) beheersing van uitvoeringstaken en uitvoering van ondersteunende processen op het gebied van doelgroepenvervoer en aanvullend vervoer voor de deelnemers.
Deelnemers in samenwerking
Regio Arnhem en regio Nijmegen
Bestuurlijk belang
Wethouder Marco van der Wel is lid van het bestuur.
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt volgens een verdeelsleutel bij aan de exploitatie. De kosten van de bedrijfsvoeringsorganisatie worden bepaald op basis van het inwoneraantal. De vervoerskosten op basis van rekeneenheden van het vervoer. De vervoersorganisatie heeft geen weerstandscapaciteit; tekorten komen voor rekening van de deelnemende gemeenten.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
10.607.584
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
6.064.932
Ontwikkelingen
In 2020 zijn er beleidsregels Wmo en Jeugdwet op- en vastgesteld. Ook is er een nieuwe Verordening Leerlingenvervoer aangenomen. De hieronder vallende beleidsregels zijn in 2022 geactualiseerd. Separaat aan deze ontwikkeling lijkt de nieuwe aanbesteding positiever uit te werken dan in eerste instantie verwacht. Beide ontwikkelingen dragen bij aan het beheersen van kosten op het gebied van Doelgroepenvervoer.
Daarnaast heeft Corona in 2021 effect gehad op het routegebonden en vraagafhankelijk vervoer. Dit alles samen maakt dat voor 2021 de jaarcijfers doelgroepenvervoer met een positief resultaat afgesloten zijn. Voor 2022 verwachten we een vergelijkbaar scenario. In de begroting voor 2023 wordt voor het vraagafhankelijk vervoer getracht een realistische begroting te schetsen door uit te gaan van de cijfers uit 2019. Dit gezien dit het laatste volledige jaar zonder effect van Corona geweest is. Voor het routevervoer wordt als uitgangspunt de cijfers uit de periode september tm december 2021 gebruikt.
Los hiervan beweegt het doelgroepenvervoer zich de komende jaren richting zero-emissie. Dit vraagt van gemeenten de komende jaren extra middelen. De transitie naar zero-emissie loopt gelijktijdig met de stijging van de brandstofprijzen. De stijgende prijzen zullen we terug zien in de index in de begroting voor 2023 (en verder).Risico profiel
Risico's
Middel
Beheersstrategie
De risico's waarmee BVO DRAN te maken heeft zijn een veranderende relatie met de Provincie, een zeer dynamische omgeving, kwetsbare burgers en daarmee politieke gevoeligheid.
Het in 2018 verschenen knoppenplan heeft ertoe geleid dat een aantal kostenbesparingen die mogelijk waren in regionaal verband inmiddels zijn doorgevoerd en een aantal zaken zijn meegenomen in de inmiddels afgeronde aanbesteding. Aan een aantal knoppen binnen het vraagafhankelijk vervoer is sinds 2021 een verder vervolg gegeven. Een aantal knoppen kunnen enkel door de gemeente zelf beleidsmatig worden opgepakt.
De gemeente Arnhem heeft in 2020 aan een aantal van deze knoppen gedraaid door zowel beleidsregels Wmo als ook beleidsregels Leerlingenvervoer op- en vast te stellen. Dit om te kunnen blijven doen wat nodig is, maar ook een gemeentelijk kader als vertrekpunt te kunnen nemen. De eerste effecten hiervan hebben we in 2021 gezien. Deze trend heeft zich doorgezet in 2022 en verwachten we ook voor 2023.
De inrichting van het doelgroepenvervoer is gebaseerd op een 'open einde' systematiek. Hierom is de sturingsinformatie frequenter en gericht op continue monitoring. Structureel ontvangen we van de BVO DRAN managementinformatie en zogenaamde rittenbakken. Er is ongeveer tien keer per jaar ambtelijk en 6 keer per jaar bestuurlijk overleg. Informatie omtrent doelgroepenvervoer zal worden verwerkt in PowerBI waardoor dit onderdeel uit zal gaan maken van de komende bestuursrapportages.
MGR Sociaal Domein Centraal Gelderland
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S04 Onderwijs; S06 Participatie en armoedebestrijding; S07 Zorg
Doel verbonden partij
De Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Regio Centraal Gelderland is in 2017 opgericht voor de uitvoering van taken op het terrein van het sociaal domein. Binnen de MGR wordt op verschillende terreinen regionaal samen gewerkt in samenwerkingsmodules op het terrein van participatie, onderwijs en zorg. De MGR bestaat uit een kleine beheerorganisatie en vijf modules. De modules zijn: Inkoop van specialistische zorg, Werkgeversservicepunt, Regionaal Bureau Leerlingzaken, Werkgeverschap SW alsmede Contractmanagement Inburgering.
Deelnemers in samenwerking
Gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Wageningen, Westervoort en Zevenaar (niet alle gemeenten doen aan alle modules mee).
Bestuurlijk belang
Wethouder Paul Smeulders is lid van het bestuur. In de bestuurscommissies zitten wethouders Mark Lauriks (Participatie), Marco van der Wel (Inkoop zorg) en Nermina Kundic (onderwijs).
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt bij aan de exploitatie van de gemeenschappelijke regeling. Over de wijze waarop de bijdrage over de deelnemende gemeenten worden verdeeld zijn per module specifieke afspraken vastgelegd. Bij de onderwijsmodule geldt bijvoorbeeld het criterium 'leerlingaantallen en VsV-cijfers van de afgelopen 3 jaren' en bij de module WgSW het aantal inwoners met een SW-verband.
Eigen vermogen
Per 01-01-2022 €
699.000
Per 31-12-2022 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2022 €
4.512.000
Per 31-12-2022 €
Financieel resultaat
Begroot voor 2023 €
Bijdrage Arnhem
Begroot voor 2023 €
28.973.940
Ontwikkelingen
De MGR zet in 2023 de werkzaamheden zoals die in de afgelopen jaren zijn ingezet en afgesproken voort. Daarbij is geen sprake van nieuw beleid maar wel van doorontwikkeling op de reeds ingeslagen weg. In samenwerking met de gemeenten werkt de MGR voortdurend toe naar nog meer integraliteit, netwerksamenwerking en ketenoptimalisatie in het sociaal domein. In dat kader wordt een mogelijke samenwerking op het gebied van beschermd wonen onderzocht. De voorgenomen werkzaamheden zijn financieel vertaald in een sluitende concept-meerjarenbegroting, waaruit kostenbewustzijn en efficiëntie spreekt.
Risico profiel
Risico's
Laag
Beheersstrategie
Niet van toepassing.