Stedelijke programma's

Bereikbaarheid

Toelichting

De totale lasten in het programma bereikbaarheid bedragen € 29,7 miljoen. € 5,5 miljoen hiervan bestaat uit nieuwe prioriteiten zoals ook in de ontwikkelingen in het financieel kader toegelicht. Dit betreft € 2,0 miljoen voor het verlagen van de maximum snelheid, € 2,0 miljoen voor de vermindering van het aantal rijbanen, € 1,0 miljoen voor het aanleggen van een wandel- en fietspromenade op de Rijnkade, € 0,5 miljoen voor fietsparkeren en € 0,2 miljoen voor de aanpak van graffiti amendement 22A56.

Verder is € 9,9 miljoen begroot voor het beheer van de infrastructuur, € 5,6 miljoen voor parkeergarages en fietsenstallingen, € 4,5 voor de verdere ontwikkeling van mobiliteit, € 2,3 miljoen voor overig vastgoed met betrekking tot mobiliteit, € 1,2 miljoen voor overhead en € 0,7 miljoen voor overige lasten.

Het beheer van de infrastructuur bestaat uit een aantal onderdelen. € 2,0 miljoen betreft kosten voor de organisatie, zoals de loonkosten van de beheerders die de onderhoudsplanningen maken. Deze lasten zijn in 2023 € 0,5 miljoen hoger vanwege de ontwikkeling van het Gele Rijdersplein. Het grootste deel betreft het beheer van de verhardingen € 4,9 miljoen. Verder vallen hier met name de openbare verlichting € 0,6 miljoen, verkeersregelinstallaties € 0,3 miljoen, civieltechnische kunstwerken € 0,4 miljoen, de trolleyinfrastructuur € 0,4 miljoen, gladheidsbestrijding € 0,4 miljoen en incidenteel € 0,7 miljoen voor Buitengewoon Beter onder.

Voor het onderhoud van de verhardingen wordt jaarlijks de staat van de wegen geïnspecteerd. Op basis van modellen van kennisplatform CROW waarin onder andere verkeersintensiteit en het type ondergrond een rol spelen wordt een inschatting gemaakt van de verwachte levensduur. Hierbij geldt dat verhardingen in het centrum en winkelcentra een hogere beeldkwaliteit moeten hebben dan wegen op bedrijventerreinen en in wijken zoals ook in de paragraaf kapitaalgoederen wordt beschreven. Op basis van de beschikbare middelen wordt hiermee een prioritering gemaakt waar onderhoud benodigd is. In een zogenaamde ‘map table sessie’ wordt de planning van de werkzaamheden vervolgens afgestemd door bijvoorbeeld de vervanging van het riool samen te laten vallen met de vervanging van het wegdek om zo de overlast voor inwoners te beperken en door de combinatie van werkzaamheden mogelijk kosten te besparen. Voor verhardingen bepalen dus niet de werkzaamheden het benodigde budget, maar bepaalt het beschikbare budget de uit te voeren werkzaamheden. De inspectierapporten laten een redelijk stabiel beeld van de beeldkwaliteit zien, waarmee het begrote budget aansluit bij de door de raad gestelde kaders voor de beeldkwaliteit.

Onderhoud aan de openbare verlichting bestaat voor het grootste deel uit een investeringsbudget voor vervanging. Op basis van levensduur, gecombineerd met inspecties wordt bepaald welke verlichting aan vervanging toe is. De masten hebben daarbij doorgaans een levensduur van 30 jaar en de armaturen van 15 jaar. Bij de bouw van een wijk of herinrichting van een straat wordt een bepaald type straatverlichting gekozen. In het onderhoud wordt in principe hetzelfde type teruggeplaatst. Doordat Arnhem in de laatste decennia niet gelijkmatig gegroeid is fluctueert het aantal straatlantaarns dat van jaar tot jaar vervangen moet worden aanzienlijk. Daarom wordt er geen gebruik gemaakt van een jaarlijks (constant) investeringsbudget, maar wordt de planning van het investeringsbudget via het MIP gedaan. Daarmee wordt dit dus jaarlijks zero based opgebouwd.

Voor verkeersregelinstallaties (VRI’s) bestaat het onderhoudsbudget ook voor het grootste deel uit een investeringsbudget voor vervanging. De vervanging wordt met name gepland op basis van de verwachte levensduur van 30 jaar voor de masten en 15 jaar voor onder andere de armaturen en computers. De komende jaren vormt de overstap naar iVRI’s een financiële onzekerheid. Klassieke VRI’s bepalen op basis van sensoren in het wegdek de verkeersdrukte en regelen op basis daarvan welke verkeerslichten hoe lang op groen staan. Bij iVRI’s wordt technologie ingezet om direct met slimme auto’s te communiceren. Steeds meer auto’s hebben de technologie hiervoor aan boord. Met iVRI’s kan een efficiëntere doorstroom bereikt worden dan met klassieke VRI’s. Het moment om over te stappen naar deze nieuwe technologie is echter onzeker.

Civieltechnische kunstwerken bestaan met name uit bruggen, viaducten, tunnels en trappen op diverse plaatsen in de stad. Deze kunstwerken voldoen vrijwel allemaal aan specifieke eisen voor de locatie waar ze geplaatst zijn. Vanwege de lange levensduur en het unieke karakter worden civiele kunstwerken per project begroot en is er daarmee al sprake van een zero based begroting.

De Arnhemse trolleyinfrastructuur is uniek voor Nederland. Het onderhoud hiervan valt onder de concessie die verleend wordt voor het verzorgen van het openbaarvervoer. Daarmee worden de lasten gedekt door de verleende concessie.

Voor gladheidsbestrijding is op historische basis € 0,4 miljoen geraamd. Afhankelijk van de weersomstandigheden vallen deze kosten jaarlijks hoger of lager uit. Vanwege grote onvoorspelbaarheid van de weersomstandigheden, zijn deze lasten niet zero based te begroten.

De lasten voor parkeergarages en fietsenstallingen bestaan voor € 1,9 miljoen uit kapitaallasten. Lasten voor onder andere elektra, heffingen en belastingen worden op werkelijke kosten begroot. Het onderhoud wordt planmatig, en daarmee zero based, begroot.

Van de € 4,5 miljoen voor de ontwikkeling van mobiliteit bestaat € 2,0 miljoen uit de ontwikkeling van de plannen en € 2,5 miljoen uit de uitvoering van nieuwe (investerings)projecten. De € 2,0 miljoen voor de ontwikkeling bestaat voor € 0,7 miljoen uit directe loonkosten, € 0,7 miljoen programmageld en € 0,5 miljoen investeringskrediet voor de accentnota fiets.

Deze pagina is gebouwd op 02/16/2023 11:12:55 met de export van 02/16/2023 10:45:55