Herstel corona
De (naijl)effecten van de coronacrisis zijn ingrijpend en langdurig, zoals herstel van het publieksbereik
(en -inkomsten) en de gevolgen voor de werkgelegenheid en inkomenspositie van werknemers en zzp'ers. Voor noodzakelijk herstel en transitie van de sector, geeft ook de Raad voor Cultuur aan, is tijd, geld en ruimte nodig, ook om te voorkomen dat er alsnog gaten in de cultuursector worden geslagen en dat de vernieuwing die tot stand is gekomen, verloren gaat. We trekken hierbij gezamenlijk op met Rijk, provincie en regio.
Als gemeente bieden we kunstenaars en culturele instellingen de middelen en de ruimte om zich artistiek te ontplooien. We blijven inzetten op het duurzaam herstel van de sector en zorgen ervoor dat de energie, middelen en initiatieven naar aanleiding van de coronamaatregelen niet verloren gaan. Een aantal onderdelen van het in november 2021 gepresenteerde (derde) Arnhemse steunpakket Kunst en Cultuur 2022 – 2023 (waarvoor de landelijke coronabudgetten zijn ingezet) loopt door, zoals opdrachtenbeleid kunst in de openbare ruimte, middelen voor huisvesting voor makers en een klein podium beeldende kunst. Met de keuzes die we maken sluiten we zoveel mogelijk aan op de actuele behoeften in de sector.
De landelijke Taskforce Culturele en Creatieve Sector heeft in juli 2022 een maatregelenladder opgesteld om te allen tijde veilig open te blijven voor publiek in toekomstige verschillende risicofases van de coronapandemie. Mocht de pandemie weer ernstige vormen gaan aannemen dan zullen maatregelen die bij hogere risiconiveaus zijn opgenomen grote impact hebben op de mogelijkheid om nog publiek te ontvangen en aanzienlijke derving van inkomsten tot gevolg hebben. De sector geeft aan deze maatregelen alleen te kunnen treffen wanneer de overheid hier passende compensatie tegenover stelt.
Duisenbergonderzoek
Naar aanleiding van het recente Duisenbergonderzoek van de raad, waarbij het programma Cultuur centraal stond, is een eerste invulling gegeven aan de constateringen en bevindingen. Er zijn echter geen standaard landelijke indicatoren voor het programma cultuur zoals op veel andere domeinen het geval is. Effecten van onze inzet zijn ook niet altijd kwantitatief te meten. We blijven hierin verdere stappen zetten.
Bij de totstandkoming van het profiel van cultuurregio 025 Arnhem – Nijmegen is geconstateerd dat beide gemeenten op andere wijze en met andere intensiteit en frequentie aan effectmeting doen. We zijn bezig dit te stroomlijnen, zodat we via dezelfde indicatoren, langjarig inzicht krijgen in cultuurgedrag en -waardering in beide steden en tussen beide steden. Zo wordt in Nijmegen tweejaarlijks een enquête onder het publiek van de grotere instellingen gehouden; iets wat Arnhem in dezelfde vorm ook gaat doen. We streven ernaar te komen tot een Cultuur Monitor Arnhem Nijmegen om cultuur in 025 op een aantal indicatoren langjarig de kunnen volgen. Daarnaast nemen Arnhem en Nijmegen deel aan de recent gestarte Cultuurmonitor Gelderland, dat eveneens langjarig het effect van beleid volgt. Beiden betrekken we bij de monitoring van ons cultuurbeleid.