In dit deel van de paragraaf is het totaalbeeld opgenomen van de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit: en de daarmee samenhangende weerstandsfactor:
- de gemeentelijke risico's die gevolgen kunnen hebben voor de financiële positie zijn opnieuw beoordeeld, waar nodig aangepast en aangevuld. Op basis van het nieuwe risicoprofiel is met behulp van statistische berekeningen bepaald wat de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit is;
- de omvang is van de reserves, waarvan is afgesproken dat deze de beschikbare weerstandscapaciteit vormen, is bepaald;
- door de beschikbare weerstandscapaciteit (reserves als buffer) te delen door de benodigde weerstandscapaciteit (risico's) wordt de weerstandsfactor berekend.
Het volgende plaatje illustreert dit:
In deze afbeelding wordt een weegschaal getoond met aan de ene kant risico's/niet begrote kosten en aan de andere kant buffers/ weerstandscapaciteit, zoals in bovenstaande tekst toegelicht.
Hoe hoger de weerstandsfactor is, hoe beter de gemeente in staat is om risico's die zich voordoen op te kunnen vangen. Daalt de weerstandsfactor beneden de 1,0 dan zijn de financiële buffers lager dan het benodigde weerstandsvermogen en kan de gemeente in de financiële problemen komen als de risico's zich daadwerkelijk voordoen. De afspraken over de hoogte van de weerstandsfactor liggen vast in de verordening Financieel beleid en beheer 2020: ‘Voor een robuuste financiële positie mag de weerstandsfactor niet lager zijn dan 1. Indien de weerstandsfactor lager is dan 1 is aanzuivering van de algemene reserve vereist. Indien de factor hoger is dan 1,4 dan kunnen reserves worden aangewend voor (nieuw) beleid (art. 11.3).’
Binnen de gemeente Arnhem kijken we niet alleen naar de weerstandsfactor, maar doen dit in onderlinge samenhang met andere financiële kengetallen. Wanneer er sprake zou zijn van een weerstandsfactor boven de 1,4 en deze ruimte zou worden ingezet voor nieuw beleid heeft dit namelijk ook een ander effect: het eigen vermogen van de gemeente vermindert en de solvabiliteit verslechtert.
Het totaalbeeld ziet er als volgt uit:
Benodigd versus beschikbare weerstandscapaciteit | Begroting 2022 | JV 2021 | Prognose 2022 | Begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | |
Bedragen x € 1.000 | |||||||
Benodigde weerstandscapaciteit | |||||||
1. Gemeentebrede risico's | 34.146 | 33.425 | 21.727 | 21.727 | 21.727 | 21.727 | 21.727 |
2. Corona risico's | 2.987 | 1.609 | 671 | 671 | 0 | 0 | 0 |
3. Risico opvang vluchtelingen Oekraïne | 1.806 | 1.806 | 0 | 0 | 0 | ||
Gemeentebrede risico's totaal | 37.133 | 35.034 | 24.203 | 24.203 | 21.727 | 21.727 | 21.727 |
4. Risico's grondexploitatie | 13.406 | 17.428 | 17.428 | 17.428 | 17.428 | 17.428 | 17.428 |
Totaal | 50.539 | 52.462 | 41.631 | 41.631 | 39.155 | 39.155 | 39.155 |
Beschikbare weerstandscapaciteit | |||||||
1. Algemene reserve | 51.600 | 79.618 | 75.634 | 37.936 | 43.750 | 69.111 | 55.934 |
2. Weerstandscapaciteit Grondbedrijf | 16.509 | 19.171 | 20.933 | 20.933 | 20.933 | 20.933 | 20.933 |
3. Onvoorzien en strikt onvermijdbaar | 1.039 | 889 | 1.039 | 1.039 | 1.039 | 1.039 | 1.039 |
Totaal | 69.148 | 99.678 | 97.605 | 59.907 | 65.721 | 91.082 | 77.906 |
Benodigd versus beschikbare ruimte irt aanzuivering | 18.609 | 47.216 | 55.974 | 18.276 | 26.566 | 51.927 | 38.751 |
Verschil (> factor 1,4) | -1.606 | 26.231 | 39.321 | 1.624 | 10.904 | 36.265 | 23.089 |
Weerstandsfactor | 1,4 | 1,9 | 2,3 | 1,4 | 1,7 | 2,3 | 2,0 |
We vergelijken de weerstandsfactor van onze gemeente ook met de beoordelingstabel van Naris:
Beoordelingstabel weerstandsvermogen | ||
---|---|---|
Ratio weerstandsvermogen | Betekenis | |
A | >2 | Uitstekend |
B | 1,4 < x < 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 < x < 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 < x < 1,0 | Matig |
E | 0,6 < x < 0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
De weerstandsfactor komt bij deze begroting uit op 1,4 en bevindt zich in de Naris-categorie B 'ruim voldoende'.
Doordat we daarmee volgens onze eigen spelregels in de verordening Financieel beleid en beheer boven de 1,4 zitten, is er geen aanleiding de reserves aan te vullen en zou de ruimte boven de 1,4 in de komende jaren ingezet kunnen worden voor nieuw beleid. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is dat dit alleen mogelijk is zolang de begroting een structureel sluitend beeld laat zien.
Een belangrijke kanttekening hierbij is wel dat het voorspellen van risico’s en de ontwikkeling daarvan een onzekere aangelegenheid is. We zien een aantal ontwikkelingen die mogelijk zorgen voor een stijging van het risicoprofiel. Wellicht zullen bijvoorbeeld risicobuffers opgenomen moeten worden voor nieuwe grondexploitaties, zoals Kronenburg, Nijmeegse weg en Spoorzone Oost. Ook economische ontwikkelingen, waaronder een stijgende rente kunnen een extra risico vormen. Het hiervoor aanhouden van noodzakelijke risicobuffers zal kunnen leiden tot een lagere weerstandsfactor. Ten slotte kunnen de recente ontwikkelingen rond Oekraïne nieuwe risico’s met zich mee brengen.
De toelichting op de verschillende onderdelen die de weerstandsfactor bepalen, is opgenomen in volgende onderdelen van dit deel van deze paragraaf.